Zoals ik al aangaf, móest er gewoon een blog komen over de blauwe economie. Persoonlijk word ik heel blij van alle mooie blauwe initiatieven…
Begrippen als recyclen, eco en duurzaamheid zijn wel aardig ingeburgerd, maar de blauwe economie biedt ons veel verdergaande voordelen. En èigenlijk is de blauwe economie al volop onderdeel van ons leven!
Hoezo: blauwe economie?
De term is geïnspireerd op hoe de aarde er vanuit het heelal uitziet: nogal blauw door al het water. De blauwe economie neemt wat er is als uitgangspunt en zoekt oplossingen in een soort Hegeliaanse kijk op de natuur. In de natuur bestaat geen afval: een rotte boom is weer voedsel voor zwammen e.d. Uit het oude wordt steeds iets nieuws geboren (de synthese) dat op zichzelf weer een nieuw begin (de these) vormt.
Lokaal
“Oké, dus we gooien niets meer weg en proberen dat te hergebruiken.”
Niet slechts dat… Zoals de omgevallen, rottende boom en de zwammen als het ware samenwerken, zo beoogt ook de blauwe economie samenwerkingen aan te gaan. En aangezien de rotte boom en de zwam geen kilometers van elkaar verwijderd zijn, is ‘lokaal’ een essentieel onderdeel van de blauwe economie. Een goed voorbeeld hiervan is ‘community art’ waarbij bewoners uit een wijk samen een kunstwerk maken. Ieder draagt zijn/haar steentje bij. Je hoeft geen kunstenaar uit New York te halen om samen wat moois neer te zetten. Leuke voorbeelden hiervan zijn Feyenoord Danst (2014) en Community Art Noordereiland. Lokale “professionals” werken samen met “amateurs”. Als ieder zijn eigen, unieke bijdrage levert aan het geheel, dan is het onderscheid tussen professional en amateur plotseling niet zo interessant meer. Ook dáár gaat de blauwe economie over.
Blauw heeft dus niet uitsluitend met ‘groen’ te maken. Het gaat om samenwerken, gebruik maken van wat er is. De output van het één gebruiken als input van het ander. Of dat nu om talenten of dingen gaat. Mijn Kever “Blue” gebruikt Tesla-batterijen uit een gecrashte Tesla. En mocht Blue de geest geven, dan kunnen die batterijen nog jaren mee in de meterkast om bijvoorbeeld zonne-energie op te slaan.
Gesloten systeem
Een ander principe van de blauwe economie is dat geen nieuwe, vervuilende ‘eenheden’ worden ingebracht. Niets wordt vervangen door iets ‘nieuws’. Vermoedelijk kende je dit al uit het Cradle to Cradle principe. Toen ik begin 20 was leefde ik een tijdje autarkisch èn zoveel mogelijk C2C. As werd gebruikt als voeding voor sommige planten, ‘beerdrags’ dienden als basis voor brood en ook het gemaaide gras werd herbestemd. Maar de blauwe economie gaat verder.
Diversiteit
De natuur kent een grote diversiteit. Volgens de principes van de blauwe economie betekent het steeds vormen van nieuwe ‘syntheses’ of symbioses eenzelfde groei van deze diversiteit en daarmee ook van welvaart. Innovatie is dus een inherent onderdeel van dit natuurlijke proces.
De realiteit
Helaas vindt momenteel op grote schaal het omgekeerde plaats en worden hele gebieden overheerst door mono-cultuur. Grote bedrijven zien brood in suikerriet, kilometers soja voor de veeteelt, voetbalvelden palmolieplantages, etc. We kennen meestal slechts een paar soorten aardappelen, een beperkt aantal courgettesoorten, etc. Ook de markt van zaden wordt nl. gecontroleerd door grote zadenmonarchen.
Fernando Laposse bracht tijdens de Dutch Design Week 2017 prachtig de rijkdom aan (en helaas ook bedreiging van) maïsgewassen in beeld. De verschillende kleuren van de schil verwerkt hij tot een fineer geschikt voor tal van toepassingen: Fernandolaposse Totomoxtle
Laposse laat zien hoe afval kan worden hergebruikt, hoe een lokale economie leeft van wat er is, kan voortbestaan èn zelfs floreren door gebruik te maken van nieuwe toepassingen van iets ouds (afval).
Dichterbij huis worden in Blue City de schillen van o.a. ananas gebruikt voor het creëren van plantaardig leer. Schoenen van plantaardig leer zijn inmiddels al volop verkrijgbaar in vegan schoenwinkels. Andere voorbeelden: sieraden, tassen, kleding van oude fietsbanden, koffiedrap voor oesterzwammen, etc.
Wat kun jij doen?
“Ja, dit wil ik ook wel!”
It’s easy, want de blauwe economie bestaat al!
Leen je spullen van de buren, eventueel via Peerby. Deel je auto of leen er één (bijvoorbeeld via Loyalty Ride) en koop seizoensgroenten uit eigen land. Alles van de koe (vlees, melk, kaas) kun je beter laten staan (broeikasgassen warmen de aarde op, methaan vervuilt ons grondwater en het regenwoud wordt gekapt voor veevoer). Je kleding koop je tweedehands (en je bruidsjurk leen je).
Nog meer blauw: ook de voedselbank is een typisch voorbeeld van dit nieuwe denken. Braakliggende stukjes grond worden door buurtbewoners omgetoverd tot gemeenschappelijke moestuin en op stadsdaken wordt groente verbouwd voor de horeca. Langzaamaan gaan wijken hun eigen stroom opwekken en opslaan en zijn bewoners daardoor niet meer afhankelijk van de grote magnaten. Om een auto te rijden hebben we Shell niet meer nodig. Regelmatig word ik uitgenodigd voor kledingruilfeestjes en in de straat wordt een teveel aan eten aangeboden in de straatapp of op Facebook.
Al het onrecht is hiermee echt nog niet de wereld uit en als we willen dat onze kleinkinderen ook nog kunnen ademen, is veel meer nodig (wordt vandaag nog vegan – het beste wat je kunt doen om de planeet te redden). Maar ongemerkt is er een blauwe economie aan het groeien en hebben we schoon genoeg van Monsanto en Primark.